English information page
vc Majella

Scheidsrechters

Iedere speler van Majella is verplicht om de spelregeltoets te maken. Dit is voor de Nevobo voldoende om de 3e en 4e klasse te mogen fluiten. Het is voor een scheidsrechter echter wel handig om meer te weten van de spelregels en de opbouw van een wedstrijd. Het wordt misschien nooit je grootste hobby, maar het wordt wel makkelijker als je weet wat je doet. Kijk hier voor het overzicht van scheidsrechters die 2e klasse en hoger mogen fluiten (let op: je moet ingelogd zijn om dit bestand te kunnen zien).

Hieronder staan een aantal links naar de spelregels en andere handige informatie op de Nevobo-site. Op het 2e en 3e tabblad vind je een samenvatting van de opbouw van een wedstrijd. Op het 4e tabblad vind je de tekens en wanneer je deze moet geven. De samenvatting van de opbouw en de tekens staan ook op een handige tweezijdig te printen pdf (zie hier), er liggen er ook een aantal in de linkerkast in de Galgenwaard.

Naast dat ballen binnen of buiten de lijnen op de grond vallen, gebeurt er veel meer tijdens een wedstrijd. Er rolt een bal van het andere veld jouw veld in en je geeft ‘dubbelfout’. De serveerder staat met de voet op de achterlijn bij de opslag en het punt gaat direct naar de andere kant. Of er wordt een netfout gemaakt en het punt gaat eveneens naar de andere kant. Twee andere voorkomende fouten zijn ‘de achterspeler’ (zie hier) en ‘de opstellingsfout’ (zie hier).

 

  • Om te oefenen met de spelregels maak je gebruik van Volleybalmasterz
  • De complete spelregels, uitleg van het DWF en andere handige documenten staan hier
  • Op deze pagina kan je wat meer lezen over sportplezier (als scheidsrechter)

30 – 20 min. vóór aanvang: Scheidsrechter is aanwezig

  • De teams beginnen met warmlopen en warmspelen.
  • De scheidsrechter controleert het speelmateriaal (DWF, scheidsrechtersstoel, nethoogte, scorebord, wedstrijdbal, fluitje). LET OP! Het thuisteam of de zaalwacht hangt het net goed

16 min. vóór aanvang: “Toss”, kaartcontrole en inslaan / serveren

  • De scheidsrechter voert de “toss” uit:
    • aanvoerders bij je roepen
    • Het uitspelende team kiest de 1e set, het thuisspelende team de eventuele 5e set
    • service en kant vastleggen
  • Het uitspelende team mag kiezen uit één van de volgende opties: Serveren / Service ontvangen, of Speelhelft bepalen. Het thuisspelende team kiest uit de andere optie.
  • Als een van de aanvoerders heeft besloten om de eerste set op de andere speelhelft te spelen dan waar is warmgelopen en warm gespeeld, dan moet er vóór het inslaan (dus meteen na de toss) van speelhelft gewisseld worden.
  • Onderstaand is een tijdvoorbeeld; dit is geen regel.
    • 4 min. op links aanvallen (buiten-aanval)
    • 4 min. op midden / rechts aanvallen (midden-aanval en achterover/diagonaal)
    • 2 min. serveren
  • De scheidsrechter controleert tijdens het inslaan de spelerskaarten met de aanvoerder of coach, het DWF en eventueel het hulpbriefje als er niet met live DWF wordt gespeeld.

5 min. vóór aanvang: Einde warming-up; De inspeelballen worden opgeruimd en de teams gaan naar hun bank. De wedstrijd wordt in DWF gestart, aanpassingen zijn daarna niet meer mogelijk.

3 min. vóór aanvang: Spelers geven elkaar en de scheidsrechter(s) een hand bij het net

1 min. vóór aanvang: Spelers m.b.v. een fluitsignaal het veld insturen en opstellingen noteren

Tijdens de wedstrijd
De scheidsrechter geeft de volgende zaken aan (zie ook tabblad tekens):

  • Het begin en einde van de wedstrijd / set
    • Aan het begin van iedere set worden de spelers m.b.v. een fluitsignaal het veld ingestuurd
    • Controleer of de teller klaar is met de opstelling noteren en het telbord klaar is (0-0)
    • Controleer of beide teams klaar staan (evt vragen aan de aanvoerders)
    • Het einde van de set wordt aangeduid met een fluitsignaal en Teken #1. Tussen de sets is er 3 min. rust, na 2,5 minuten wordt gefloten voor de nieuwe set, na 3 minuten begint de set
  • Het begin en einde van een rally
    • Iedere rally begint met een service (Teken #2)
    • De rally eindigt door het scoren van een punt, een fout van één of meerdere spelers of door externe omstandigheden (bijv. bal in het veld, Teken #13)
  • Time-outs en spelerswissels
    • Tussen de rally’s door kunnen time-outs (max. 2 per set per team, 30 sec. Teken # 14) en spelerswissels (max. 6 per set per team, Teken #15) worden aangevraagd door de aanvoerder of coach. Als er een coach is, mag de aanvoerder in het veld dit officieel niet meer doen
    • Een coach (of aanvoerder) mag zonder spelhervatting 2x een time-out en wissels aanvragen
    • Meerdere wissels per keer moeten tegelijk aangevraagd worden, 2x één wissel is niet toegestaan

Na de wedstrijd
Het DWF moet na afloop van de wedstrijd gecontroleerd en “ondertekend” worden door beide aanvoerders en de eerste scheidsrechter. Opmerkingen moeten dus voorafgaand aan de ondertekening vermeld worden.

De handelingen van de scheidsrechter tijdens de wedstrijd verlopen steeds volgens een vast patroon:

  • Het begint altijd met een fluitsignaal. Hiermee vestigt de scheidsrechter de aandacht op zich.
  • Bij het fluiten voor een gescoord punt of een gemaakte fout wordt na het fluitsignaal de kant aangegeven van het team dat de opslag krijgt (Teken #3).
  • Daarna wordt het teken getoond dat hoort bij de (dubbel)fout of het punt (Teken #4 t/m #13).
  • Eventueel wordt hierna nog het team of de speler aangewezen die de fout maakte.