Wendy (D3)
Hebben jullie dat ook wel eens?
Dat je in een zaal rondloopt of in de kantine zit en dat de gekste vragen ineens bij je opkomen…!
Zoals bijvoorbeeld waarom een volleybal veld 9 bij 18 meter is. En wie het volleybal eigenlijk bedacht heeft? Waarom mag de bal de grond niet raken? En hoezo mogen we niet met acht man in het veld staan, dat is toch veel makkelijker?!
Ik vraag me dit soort dingen geregeld af. Ja echt, ik weet ook niet wat er mis is met me. Maar voor alle Majellanen die ook een beetje prettig gestoord zijn heb ik het een en ander uitgezocht.
Een geschiedenisles in het volleybal: uit tekeningen blijkt dat al in de 16e eeuw aan het Engelse hof van koningin Elizabeth een spel werd gespeeld dat veel op volleybal leek. Maar officieel geldt de Amerikaan William G. Morgan als de bedenker van het volleybal.
Hij was sportleider bij de Young Men Christian Association (YMCA) in Massachusetts waar hij onder meer les gaf aan een groep al wat oudere zakenlieden. Het toen al bekende basketbal vond hij iets te hard voor deze groep en hij bedacht in 1895 een ander spel.
Morgan verzamelde spelregels uit de bestaande sporten als tennis, basketbal en honkbal. Deze regels bij elkaar werd volleybal.
De bal moest zonder de grond te raken over het net worden gespeeld. Dit heet volley (Engels voor ‘vlucht’). Een netservice mocht één keer overgedaan worden en je mocht in het spel dribbelen tot één meter voor het net. Dribbelen hield in, de bal voor jezelf omhoog spelen. Een wedstrijd bestond uit innings. Zo’n inning was voorbij als alle spelers van beide teams een serveerbeurt hadden gehad. Bovendien was het mogelijk één tegen één te spelen, maar ook tien tegen tien. En om de vingers van de dames te beschermen konden zij de bal eerst vangen en dan opgooien.
Na een bezoek aan de Amerikaanse staat Illinois in 1925 bracht pater Simon Buis (1892 – 1960) het spel naar Nederland. Volleybal werd voor het eerste gespeeld in het Missiehuis Sint Willebrord in Uden. Maar verder dan andere missiehuizen en seminaries kwam het volleybal in eerste instantie niet.
De Amsterdamse Maatschappij voor Jongemannen (AMVJ) nodigde in 1928 de Engelse YMCA-sportleider Lew Lake uit om een demonstratie te geven in volleybal. Dit sloeg enorm aan en in 1930 werd AMVJ de eerste volleybalvereniging van Nederland.
Het volleybal werd pas bekender toen in 1945 de militairen uit Canada, Polen en Amerika overal in het land volleybal speelden. In de naoorlogse jaren werd volleybal een echte schoolsport. De uniformiteit (gelijke regels) in het volleybalspel was ver te zoeken.
De Canadese, Poolse en Amerikaanse militairen introduceerden tijdens de bevrijding van Nederland elk
hun eigen variant op het volleybalspel. Zo verkondigde de toonaangevende gymnastiekleraar dr. K. Rijsdorp in Utrecht na de oorlog zijn ideeën over het volleybal terwijl leraar S.J. Roosje uit Den Haag hele andere opvattingen had over het spel. Uitwisseling van ervaringen en
inzichten gebeurde nauwelijks, omdat men niet veel contact met elkaar had. Zo gebeurde
het dat mensen op verschillende plaatsen in Nederland verschillende spelregels
hanteerde. Een chaos dus.
Deze chaos kwam aan het licht toen in 1946 een team uit Den Haag op bezoek ging bij AMVJ. De Amsterdammers wilden drie keer tien minuten spelen in plaats van een aantal sets. Ook het doordraaien na de opslag was bij AMVJ onbekend.
De drie langste spelers namen een positie in bij het net en bleven daar de hele wedstrijd actief. Iedereen boos natuurlijk!
Op een internationaal toernooi dat AMVJ in mei 1947 organiseerde, kwamen nieuwe problemen aan het licht. De Tsjechische ploegen en een Amerikaans studententeam lieten allerlei acties zien, waarvan men dacht dat het helemaal niet mocht, bijvoorbeeld de smash. De Nederlandse spelers schrokken hier zo van dat zij de armen beschermend om hun hoofd sloegen. Er ontstond behoefte aan een instantie die coördinerend zou optreden en die uniformiteit zou nastreven. Dat werd de Nederlandse Volleybal Bond. De welbekende NEVOBO!
Door de deelname van het Nederlandse herenteam aan de Olympische spelen in 1964 in Tokio nam de interesse voor volleybal snel toe. Dit was overigens ] de eerste keer dat volleybal überhaupt op het Olympische programma stond. De definitieve doorbraak van de volleybal-sport is een feit.
De YMCA en later de NEVOBO hebben o.a. onderstaande wijzigingen ingevoerd:
• 1900 afschaffen van het dribbelen
• 1912 invoeren van het doordraaien
• 1917 regeling dat een set tot 15 punten gaat
• 1918 regeling dat zes spelers per team in het veld staan
• 2000 regeling dat een set tot 25 punten gaat
De NEVOBO telt momenteel;
• Meer dan 125.000 actieve leden
• Meer dan 100 volleybalcompetities
• Ruim 65 medewerkers
• 4 Regio’s
• Zaal-, beach- en zitvolleybal
En daar ben jij er dus een van, hoera!!